Bergen en bossen hebben dikwijls heel wat te vertellen. Zo ook de Monte Amiata in het noorden van Italië, tussen Siena en Grosseto.

Wat ooit een miljoen jaar geleden een vulkaan was, is nu een statig massief dat je met zijn 1738 meter  boven het zeeniveau ziet oprijzen.  Een massief met rotsen, meren, bronnen en bossen, rijk aan legendes en populaire tradities.

Er wordt gezegd dat Franciscus naar de Monte Amiata ging om er een plaats te zoeken voor de hermitage van zijn orde.

Moe van de reis ging hij in de buurt van het stadje Piancastagnaio zitten, onder het gebladerte van een grote steeneik.

Sinds die dag en zelfs bij hevige sneeuwbuien is er onder deze boom nooit geen sneeuw meer blijven liggen. Een mirakel, een legende? Voor vele gelovigen is de steeneik een bedevaartplaats geworden. Rond zijn stam vind je verschillende houten kruisen, een teken van dankbaarheid voor ontvangen genade.

Trek verder de bossen in naar Vivo D’Orcia en je ontmoet de Eremo del Vivo, het Ermicciolo, het kleine oratorium van de H.Benedictus. Op een steenworp afstand van de kerk zie je de structuren van oude droogovens voor kastanjes.

De kastanjes , steeneiken, beuken en zilversparren langs de Vivo rivier brengen je dan  over de Ponte degli Innamorati naar het stadje met het grandioze Palazzo Cervini met een mooie 18de eeuwse Italiaanse tuin.

Blijf in de buurt van de Hermitage en zoek naar “de den”, die op een hoogte van meer dan duizend meter weet te leven.

Volgens de legende werd de den als teken van liefde geplant door een bruidegom, die smoorverliefd was op de gravin Cervini. De speciale den kon op zo’n hoogte overleven dankzij de kracht van deze liefde.

En de bossen blijven door de jaren heen romantische liefdesverhalen vertellen. Zo heb je in het dorpje Montelaterone in de lente het oud boerenhofritueel van de Festa della Pigna, waarbij de jongeren van het dorp aan de meisjes dennenappels gaven als teken van liefde.

Geniet verder van de natuur en proef de lokale producten, de kastanjes op de eerste plaats.

“Pan di Legno en vin di nuvoli”, zoals de mensen van de Monte Amiata plachten te zeggen. De kastanjes waren dikwijls en tot het einde van de Tweede Wereldoorlog het voornaamste voedsel. In de herfst, wanneer de bladeren van de bomen van kleur beginnen te veranderen, verschijnen de kastanjes ook vandaag nog hier op de tafels.

Als je afdaalt onder de 700 meter kom je dan weer in de prachtige olijfgaarden waar de traditionele molens met de grote molenstenen nu plaats hebben gemaakt voor hypermoderne fabrieken.

Ga verder naar beneden en je hebt de kostbare wijngaarden van Toscane waar de wijnen Brunello di Montalcino, Nobile di Montepulciano en Morellino di Scansano hun oorsprong vinden.

Doe je verder tegoed aan de lokale pecorino-kaas, of aan de Cinta Senese, een autochtoon varkensvlees van de Amiata traditie.

Op een schilderij van Nasini in de abdij van San Salvatore in Abbadia, gedateerd rond 1600, zie je deze dieren al vrij rondlopen in het bos. Ze leven nu in grote beboste ruimtes en voeden zich met eikels, wortels, knollen en truffels.

En dan trek je terug de bossen in om je eigen plekje te ontdekken.

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!