In Rome kun je honderden plekken bezoeken zoals musea, kerken en archeologische sites. Toch zijn er nog heel wat plaatsen waar je als toerist niet zomaar kunt binnenstappen en een kaartje kunt kopen aan de kassa.
In deze achtdelige reeks nemen we je mee voor een blik achter enkele van die gesloten deuren omdat ze in gebruik zijn als ambassade, privé-paleis, kantoor of omdat er geen geld is om de plek open te stellen voor het publiek.
Op Piazza Navona links van de kerk Sant’Agnese in Agone staat een imposant palazzo in barokstijl uit de zeventiende eeuw van de familie Pamphilj. Aan de gevel wappert de Braziliaanse vlag. Het palazzo is sinds 1920 de officiële zetel van de Brazilaanse ambassade voor de Italiaanse staat.
De ambassade is uiteraard zwaar bewaakt en je kunt er dus niet zomaar binnenwandelen. Een keer in de maand zwaait de deur open en kun je via een geleid bezoek (reservatie verplicht – identiteitskaart insturen) door het palazzo stappen.
De familie Pamphilj (of Pamphili) is een eeuwenoude adellijke dynastie met oorsprong in Gubbio (Umbria). In de zeventiende eeuw telde de familie een paus, vier kardinalen en vier prinsen van San Martino al Cimino e Valmontone.
Na een reeks van huwelijken tussen families wordt de dynastie steeds machtiger in Rome, wat ze bestendigen met een eigen wapenschild: een zilveren duif met een olijftak in zijn snavel, bekroond door drie gouden lelies (goed te zien op de Fontana dei Quattro Fiumi op Piazza Navona).
In 1644 wordt kardinaal Giovanni Battista Pamphili tot paus gekozen met de naam Innocentius X. Droog, opvliegend van karakter maar gekend als grote beschermheer van kunstenaars zoals Athanasius Kircher, Gian Lorenzo Bernini, Francesco Borromini, Pietro da Cortona, e.a. die talloze werken voor hem uitvoerden.
Op de plek waar nu het palazzo staat, had de familie een aantal gebouwen in eigendom in renaissancestijl zoals Palazzo Cybo en Palazzo dei Mellini. Na de inhuldiging van paus Innocentius X vond de familie de gebouwen niet langer passen bij het nieuwe aanzien dat ze nu in Rome had verworven en nam ze Girolamo Rainaldi aan om de oude palazzi om te vormen tot een imposant nieuw palazzo in barokstijl.
Rainaldi kreeg maar vijf jaar de tijd om zijn klus te klaren. Het palazzo moest klaar zijn om uit te pakken in het jubeljaar 1650. Tijdens die periode werd ook het volledige plein aangepakt en o.a. de beroemde vierstromenfontein gebouwd. De hele piazza Navona was gedurende vijf jaar één grote bouwwerf.
Door de verwerking van de oude palazzi heeft het nieuwe palazzo drie binnenplaatsen en een hoge en lichte ingang. De “piano nobile” telt 23 zalen met fresco’s van Giacinto Gemignani, Gaspard Dughet, Andrea Camassei, Giacinto Brandi, Francesco Allegrini, Pier Francesco Mola en Costanzo de Peris. De mooiste zalen zijn de Sala di bacco, Sala di Mosè, Sala dei Paesi, Sala Palestrina, Sala della storia Romana, Sala delle marine en Sala di Ovidio.
Als je op Piazza Navona staat, zie je dat de gevel van de kerk Sant’Agnese in Agone helemaal opgaat in die van het palazzo. De kerk werd immers als privékapel van de paus beschouwd. In 1653 nam Borromini de plannen over van Rainaldi omdat deze verzoop in het werk. Hij gaf er deels zijn eigen interpretatie aan en hielp ook een handje met de werken aan het palazzo.
Pietro da Cortona schilderde in 1651-54 de prachtige lange galerij, ontworpen door Borromini, met verhalen over Aeneas. Danzij een groot raam kun je bij avond vanop Piazza Navona een blik op de verlichte galerij werpen die vandaag “Galleria Cortona” wordt genoemd.
De weduwe Olimpia Maidalchini die als vertrouweling en adviseur van de paus optrad, kon het palazzo op slinkse wijze bemachtigen en betrok het als haar privé residentie. Haar bijnaam was “La Pimpaccia”. Ze was erg impopulair bij het Romeinse volk en werd ervan verdacht de maitresse van de paus te zijn.
Ze woonde er samen met haar zoon kardinaal Camillo Pamphilj die na drie jaar de kap over de haag gooide en trouwde met Olimpia Aldobrandini. Op die manier verwierf de familie het Palazzo Aldobrandini, nu bekend als Palazzo Doria-Pamphilj aan Via del Corso. Dit gebouw is deels omgevormd tot museum en is open voor bezoek.
De familie verlaat het pand op Piazza Navona en verhuist definitief naar het palazzo aan Via del Corso. Nadien wordt het de residentie van kardinalen en intellectuelen waaronder Vincenzo Monti (1778). In 1824 wordt het de residentie van een Russische minister en later wonen er nog kardinaal Brignola en Tommaso Riario Sforza tot zijn dood in 1857. Nadien wordt het de zetel van de Accademia Filarmonica Romana.
Begin twintigste eeuw worden er kamers verhuurd aan gepensioneerden en op de begane grond winkels, garages, restaurants en magazijnen ingericht. In 1920 wordt de piano nobile verhuurd aan de Braziliaanse ambassade. In 1960 kreeg de Braziliaanse overheid de kans het gebouw te kopen voor slechts negenhonderd miljoen lire, een koopje in die tijd. Een jaar later is het hele complex gerenoveerd en in 1961 wordt het officieel ingehuldigd.
De laatste prominente figuur in de familie was Filippo Andrea VI Doria Pamphili, verkozen tot eerste burgemeester van Rome na de bevrijding van Italië (Tweede Wereldoorlog).
Links:
http://roma.itamaraty.gov.br/it/prenotazione_visita_guidata.xml
https://romewandelingen.be/romewandeling-parione/