Een bolletje wol of een knuffelbeer, daar leek hij nog het meest op toen ik hem ging ophalen in de kennel. Vasco, een berghond van de Maremmen en Abruzzen zoals het ras officieel heet, zou snel uitgroeien tot een kloeke herdershond die, in tegenstelling tot zijn soortgenoten in de Abruzzen, niet verplicht was zich af te beulen en de kuddes tegen wolven te beschermen.

Al is de soort ondertussen een heerlijk gezelschapsdier geworden, de berghond is in de eerste plaats een harde werker. Als puppy groeit hij op tussen de schapen: de herder richt hem af om te verhinderen dat wilde dieren zwakke kuddedieren zouden aanvallen. Die natuurlijke vijanden zijn in de eerste plaats wolven. Na de Tweede Wereldoorlog liep het aantal wolven in de Apennijnen enorm terug, in de jaren ’70 zelfs tot een zielige 100. Dat dramatische dieptepunt betekende een kentering. Om de biodiversiteit van de bergketen te garanderen, mag er sinds 1971 niet meer op de wolf gejaagd worden en zijn verschillende projecten op poten gezet die het samenleven van mens en wolf bevorderen. Op dit ogenblik leven er in heel Italië tussen de 700 en de 800 wolven, het grootste deel daarvan in de Apennijnen.

Karakteristiek voor de actieve herdershond was de lederen halsband met ijzeren pinnen die hem tegen aanvallen moest beschermen. Later werd de band volledig vervaardigd in ijzer. Naast de wolf is de bruine beer een natuurlijke vijand, al is de kans op een ontmoeting tussen beide dieren veel kleiner. De biotoop van de Marsicaanse bruine beer, ook wel Abruzzenbeer genaamd, beperkt zich in Centraal-Italië immers tot het grote natuurreservaat Parco Nazionale d’Abruzzo waar nog maar een veertigtal exemplaren rondlopen.

Maremmen of Abruzzen?

Waarschijnlijk kwam de berghond van de Maremmen en Abruzzen uit Tibet. op zoek naar nieuwe handelsgebieden migreerden de nomadische stammen naar Europa en daarbij namen ze hun honden, de voorlopers van vele hondenrassen, mee. Romeinse auteurs maken gewag van een witte Canis pastoralis in Zuid- en Midden-Italië, “de bewaker van het vee dat verdedigd moet worden, in het bijzonder de schapen en de geiten die de wolf gewoonlijk aanvalt (…)” (Marcus Terentius Varrus, De Rerum rusticarum, 116-26 voor Christus).

Veel later, vanaf de late middeleeuwen, duikt de Maremmano regelmatig op in fresco’s en op schilderijen. Als begeleider van Abraham en Lot op hun reis van Ur naar Canaan, bijvoorbeeld, in het werk van Barolo Battilori, te bewonderen in de Collegiata van San Gimignano. Samen met enkele andere honden staat hij ook afgebeeld op het schilderij “Everzwijn aangevallen door de honden” van de Antwerpse barokschilder Jan Fyt (1611-1661). Mooie beschrijvingen van de ‘wolfshond’ vinden we in het werk van de Engelse schrijfster Anne MacDonnell, die als onverschrokken reizigster haar Grand Tour op het einde van de negentiende eeuw uitbreidde met een avontuurlijke tocht in de Abruzzen.

In 1958 worden de twee varianten van de berghond, de Maremmano en de Abruzzese, bij elkaar gevoegd tot één ras. officieel heet de hond vanaf dan Cane da pastore maremmano abruzzese, kortweg zelfs Maremmano. Dit tot ongenoegen van vele liefhebbers in de Abruzzen die de verwijzing naar de Maremmen in Toscane liever zagen verdwijnen. Feit is dat de witte, langharige herdershond het symbool blijft van de Abruzzen en van het pastorale leven.

De grote trek

Als bewaker van de kudde trok de Maremmano tweemaal per jaar van de Abruzzen naar Puglia voor la transumanza (van het Latijnse trans en humus, aarde), de seizoenswissel. De weiden in de Abruzzen bloeien vooral in de zomer, terwijl de vlakten van de Tavoliere in Puglia net in de winter van een milder klimaat genieten. In september vertrokken de herders van de Gran Sasso naar de streek rond Foggia, het belangrijkste knooppunt, om het traject in mei in de omgekeerde richting over te doen.

Hiervoor gebruikten ze een eeuwenoud netwerk dat bestond uit tratturi, brede, grasrijke paden en trokken ze door Molise en Campania. Langs dit net van wel 3000 kilometer ontstonden in de loop der tijd kleine commerciële centra, religieuze bouwwerken, vestigingen en kastelen. Bronnen vermelden de trek van de Abruzzen naar Puglia al ten tijde van de Sannieten. De Romeinen gebruikten een gedeelte van de wegen om steden met elkaar te verbinden. Tijdens de heerschappij van de Noormannen, en vooral na de stichting van L’Aquila in de dertiende eeuw, maakten de tratturi deel uit van de wegeninfra structuur die het centrum en het noorden van Italië verbond met Napels en het zuiden. De tratturi leidden niet alleen naar Foggia maar ook naar de Maremmen in Toscane, naar de Ionische kust in otranto en naar het rurale gebied rond Rome. Het was langs deze via degli Abruzzi dat kostbare grondstoffen uit de bergen, zoals wol en saffraan, vervoerd werden.

Na de Italiaanse eenmaking kregen de belangrijkste tratturi officieel erkenning als beschermd gebied. Andere geraakten in onbruik en werden nog nauwelijks onderhouden. Vanuit verschillende hoeken kwamen de laatste decennia pogingen om de transumanza een plaats te geven in het toeristische aanbod van de regio. De seizoenswissel heeft eeuwenlang het sociale, culturele, religieuze en politieke leven van de bewoners bepaald en doet dat nog. Volksfeesten, processies, markten, … ook al trekken de herders, hun kuddes en de honden niet meer fysiek van de Gran Sasso naar de Tavoliere. Voor het vervoer van de schapen gebruiken ze nu vrachtwagens, maar de noodzaak van de trek naar Puglia bestaat nog altijd. Via lokale initiatieven proberen organisaties de tratturi te herwaarderen. Zo kun je enkele belangrijke paden te voet of met de fiets verkennen of zelfs deelnemen aan een minitransumanza, waarbij je een dag lang 800 schapen hoedt. De paden die door het natuurreservaat van het Parco Nazionale d’Abruzzo lopen, staan mooi beschreven op de website van het park, compleet met moeilijkheidsgraad, duur, fauna en flora en overnachtingsmogelijkheden.

Unesco immaterieel werelderfgoed

In Castel del Monte, op 40 kilometer van L’Aquila, kan je kennismaken met het leven van de herders in het museum van de transumanza, een museo diffuso dat je alle plekken van het suggestieve dorpje laat zien. Vanop 1300 meter hoogte heb je een fenomenaal zicht op de vallei van de Tirino en de omliggende bergen en plateaus. Het uitbouwen van de bestaande wandelpaden past perfect in de visie op ecotoerisme zoals we dat in Italië de laatste jaren wel meer zien. Stallen en herderswoningen bouwt men om tot aantrekkelijke vakantiewoningen waar je in alle rust kan genieten van de natuur en van biologische producten. Aanknopen met die traditie kan een economische boost geven aan een regio die nog maar net is recht gekropen uit het stof van het natuurgeweld.

Symbolisch is ook de kandidatuur van de Perdonanza celestiniana als Unesco immaterieel werelderfgoed. Dit jaarlijkse feest bestaat uit een reeks evenementen in de tweede helft van augustus die herinneren aan de kroning van Pietro da Morrone tot paus Celestinus V in L’Aquila in 1294. Italië telt 50 sites die behoren tot het materiële werelderfgoed van de Unesco, geen enkele daarvan ligt in de Abruzzen. Door de Perdonanza celestiniana te erkennen als levend erfgoed zouden ook de traditie van de transumanza, de rituelen en uitdrukkingen van de lokale bevolking een officiële waardering krijgen. En de berghond van de Maremmen en Abruzzen? Die blijft zijn territorium overschouwen, één oog op de kudde en één oog op het fascinerende landschap rondom hem.

Ondanks zijn hoog knuffelgehalte is de berghond van de Maremmen en Abruzzen geen volgzame hond. Hij is onafhankelijk, eigenzinnig, gewoon om zelf beslissingen te nemen en perfect in staat om te begrijpen wat men van hem verlangt. Wie meer wil weten over dit boeiende ras kan terecht op de website van de liefhebberskennel dei Tratturi, www.maremma.be van Rudy Volders.  

 

Foto’s: wikicommons.org