Historie van de Superga-ramp
Wie ooit Turijn bezoekt, komt ongetwijfeld wel eens langs Caffè Torino op Piazza San Carlo. Het was
de vaste stek van de superieure Torinese voetbalploeg die zo tragisch in een vliegramp om het leven
kwam in 1949. De spelers verzamelden vaak in Caffè Torino – per fiets! – voor of na een wedstrijd, om
te verbroederen met de gewone supporter.
Gouden team
Het magische team van Il Grande Torino – vijf maal landskampioen – bestond uit mannen als de broers Ballarin, Valerio Bagicalupo en Valentino Mazzola, vader van later international Sandro. De voetbalkenners van die tijd voorspelden het team een gouden toekomst. Ze zouden niet alleen een rol van betekenis spelen in het Italiaans kampioenschap, maar ook later op Europees niveau van belang zin. Immers, amper zes jaar na de Superga-vliegramp werd de Europa Cup I opgericht, met onderlinge wedstrijden op continentaal niveau.
Het begon allemaal op 3 mei 1949 in Lissabon, waar AC Torino een vriendschappelijk duel speelde tegen Benfica SL. Men organiseerde deze wedstrijd ter ere van Portugees legendarisch middenvelder Francisco ‘Xico’ Ferrreira. Na de wedstrijd keerde de 18-koppige selectie terug huiswaarts. Per vliegtuig, een Fiat G.212CP van Aviolinee Italiane, samen met vier stafleden, twee directeurs en drie journalisten. De vlucht steeg op in Lissabon om 9u40. Bij een tussenstop tankte het vliegtuig bij in Barcelona. Het team verbroederde met de selectie van Milan, zelf op weg naar Madrid. Daarop zette het gezelschap de vlucht huiswaarts in. Een fatale vlucht, zo zou later blijken.
Fatale vlucht
De route bracht hen in rechte lijn van Cap de Creus (Catalonië) via Toulon en Nice naar Savona. Daar werd noordwestwaarts afgebogen richting thuisstad. In de buurt van Turijn kreeg de vlucht te maken met slechte weersomstandigheden. De controletoren meldde laaghangende wolken, striemende regen, sterke zuidwestelijke rukwinden en een horizontale zichtbaarheid van amper 40 meter. Het toestel bereidde de landing voor.
Helaas, door een miscalculatie van de piloot, die wellicht dacht dat de basiliek zich rechts van hem bevond, doemde plots de Basilica di Superga uit de mist op. Deze kerk staat ten oosten van de stad, op een heuvel van 672 m boven zeeniveau. Met een snelheid van 180 km/u was een crash onvermijdelijk. Het toestel kwam in volle vlucht terecht tegen de wand aan de achterzijde van de Basilica di Superga.
Shock in het land
Onnodig te zeggen dat alle 31 inzittenden van de vlucht omkwamen. Bij hen de voltallige selectie, waaronder Aldo Ballarin en Valentino Mazzola, wiens zoon Sandro later zeventig keer voor de Squadra zou uitkomen. Ook journalist Renato Casalbore, de oprichter van Tuttosport, kwam om. Toen het nieuws de stad bereikte, werd gans Turijn in diepe rouw gedompeld. Het magische team, vijf keer landskampioen in zes seizoenen, was niet meer.
De shock ging door heel het land, want liefst tien spelers van Torino vormden de vaste kern van het nationale team, de Squadra Azzurra. Twee dagen later werden alle inzittenden van de vlucht op het Palazzo Madama begraven. Ruim 500.000 mensen daagden op om hun helden te eren, net zoveel als het aantal inwoners van Turijn in die tijd. Acht van de achttien spelers vonden hun laatste rustplaats op het Cimitero Monumentale di Torino.
Onderzoek naar oorzaak
Over de precieze oorzaak van de ramp blijft het gissen. Onderzoek wees uit dat de piloot alleszins geen maneuver heeft uitgevoerd om de basiliek te ontwijken, wat als oorzaak al wijst op een beperkte zichtbaarheid. Recenter onderzoek geeft aan dat mogelijk de hoogtemeter van het vliegtuig een mankement vertoonde en was blijven vastzitten op 2000 m. Dat zou kunnen verklaren waarom de piloot dacht dat ze op 2000 m en niet op de rampzalige 600 m hoogte vlogen.
In elk geval zijn de helden van toen niet vergeten. De resten van het vliegtuig, waaronder de persoonlijke bezittingen van spelers Mazzola, Maroso en trainer Ebstein maar bijvoorbeeld ook de propeller van
het toestel, worden bewaard in het Museo del Grande Torino e della Legenda Granata in het naburige Grugliasco, dat geopend werd op 4 mei 2008, net op de verjaardag van de ramp.
Souvenirs
In het straatbeeld van het hedendaagse Turijn vind je massaal souvenirs die verwijzen naar il Grande Torino. De enige overlevende speler van het team toen was Sauro Tomà, die de rampvlucht niet meemaakte omdat hij herstelde van een kwetsuur. Hij verloor die dag al zijn collega’s en vrienden, speelde nog één jaar voor Torino. Maar hij kon zich niet vinden in het beleid van voorzitter Ferruccio Novo. Die probeerde wanhopig en tevergeefs een team bij mekaar te kopen om het verloren gegane topteam te vervangen. Tomà overleed in Turijn op 10 april 2018. Hij was betrokken bij alle initiatieven om de legende van il Grande Torino levend te houden. Daarnaast schreef hij verschillende boeken over het Grote Torino.
De spelers die het leven lieten: Valerio Bacigalupo – Aldo Ballarin – Dino Ballarin – Milo Bongiorni – Eusebio Castigliano – Rubens Fadini – Guglielmo Gabetto – Ruggero Grava – Giuseppe Grezar – Ezio Loik – Virgilio Maroso – Danilo Martelli – Valentino Mazzola – Romeo Menti – Piero Operto – Franco Ossola – Mario Rigamonti – Julius Schubert