In de Tuscia, de regio van Viterbo op een honderdtal kilometers van Rome, zijn er heel wat stadjes te ontdekken, maar één zie je vanuit de verte oprijzen en is meteen een beeldende uitnodiging voor een wijntour in de streek.
Montefiascone
Est!Est!!Est!!! Montefiascone Doc
Het stadje ligt 600m boven zeeniveau op de vulkanische Monti Volsini. De koepel van haar kathedraal van Santa Margherita is na die van de St.Pieters basiliek in Rome de grootste in Latium: een fiasco op een berg zouden de wijnkenners zeggen. En zo heet het stadje dan ook: Montefiascone. Deze “mons flacons” was in de oudheid waarschijnlijk de heilige plaats waar de bondgenoten van de twaalf Etruskische steden samenkwamen. Het werd in de vroege middeleeuwen een belangrijk centrum voor de Rooms katholieke kerk.
Het was het jaar 1111 toen bisschop Johannes Defuk de Duitse koning Hendrik V vergezelde naar Rome waar deze laatste zijn kroning en investituur afdwong van de toenmalige paus. Maar de lange legertocht naar de Heilige stad was voor Defuk vooral een welkome gelegenheid om zijn wijnpassie te bevredigen. Hij stuurde zijn schenker Martino telkens op verkenning om de beste wijnen te kiezen en te proeven op weg naar Rome. De twee waren het eens geworden over een codesignaal: Martino moest Est (Est bonum) schrijven voor een goede en Est Est voor een bijzondere wijn. Toen Martino de wijn van Montefiascone had gedronken, was hij zo onder de indruk dat hij de code driemaal herhaalde; Est!Est!!Est!!!
Eens ter plaatste was Defuk het meer dan eens met zijn dienaar en na de keizerlijke missie keerde hij terug naar Montefiascone, waar hij tot aan zijn dood overmatig genoot van de plaatselijke wijn. Als dank voor de gastvrijheid liet hij aan de inwoners van het stadje een erfenis van 24.000 gouden geldstukken, op voorwaarde dat er op iedere verjaardag van zijn dood een vat wijn op zijn graf werd gegoten. Op de grafsteen in de kerk van San Flaviano kun je dus de inscriptie van zijn dienaar Martino lezen ‘Voor teveel Est! ligt hier mijn heer en meester Johannes Defuk’.
Dit wetend zal jij ook volop genieten van deze frisse witte Est!Est!!Est!!! Montefiascone Doc met een vismenu zoals de coregone uit het meer van Bolsena, verse kazen of de typische gnocchi alla romana en bucatini cacao e pepe.
Marta
Cannaiola Doc
De dorpjes aan het meer van Bolsena lijken wel bestemd te zijn om hoge prelaten in verleiding te brengen. Het karakteristieke middeleeuws vissersdorpje Marta, met een klokkentoren, steegjes en pleinen en een jachthaventje aan de uitmonding van de Marta-rivier, is een ideale plaats voor lange wandelingen in de schaduw van platanen en smakelijke etentjes met de ter plaatse geviste paling.
Zo dacht aan het einde van de 13de eeuw ook Paus Martinus IV erover die aan het meer van Bolsena zijn favoriete verblijfplaats had gekozen. Een legende zegt dat de vissers en boeren uit Marta de eerste waren die de paus in verleiding brachten door hem de plaatselijke ‘anguilla’ te laten proeven. Aanvankelijk was de paus terughoudend omdat de palingen op slangen leken, symbool van zonde. Maar het duurde niet lang of hij volgde de eetlust van de dorpelingen voor de zondige vis, gegrild en op smaak gebracht met een scheut olijfolie en een laurierblad en vergezeld van een lokale aromatische robijnrode ‘boerenwijn’, de Cannaiola. De wijn liet zijn sporen na want in 1500 schreef ook de bottelaar van paus Paulus III dat er in Marta een uitstekende wijn was qua kleur, geur en smaak.
De eetgrage Paus Martinus wordt zelfs door Dante Alighieri herinnerd in de canto XXIV van het Vagevuur, tussen de zielen van veelvraat, vanwege zijn passie voor de paling uit het meer van Bolsena en de plaatselijke wijn.
Zoals de legende en de traditie voorschrijft, in Marta drink je Cannaiola bij paling aan het spit geroosterd met laurierblaadjes, gestoofd, alla cacciatora of gebakken.
Gradoli
Aleatico di Gradoli Doc
Niet alleen de kerk maar ook de duivel hebben hun steentje bijgedragen in de geschiedenis van de Italiaanse wijnen.
Gradoli is een mooi middeleeuws dorpje met een imposant 16e-eeuwse Palazzo Farnese en uitzicht op de spiegel van het meer van Bolsena.
De wijnstokken van de Aleatico hebben sinds de oudheid hier hun thuis gevonden. Ze werden ingevoerd door de Grieken en verbouwd door de Etrusken en later de Romeinen, maar dat is niet zonder moeilijkheden gegaan.
Volgens de legende leefde er buiten Gradoli, in een grot, vroeger en nu nog steeds gekend als Poggio del Diavolo, een duivel die de inwoners van het stadje bang maakte met lelijke grappen. Op een dag vond hij een leeuw die in zijn grot lag te slapen. Hij probeerde hem weg te jagen, maar de leeuw versloeg hem en de duivel zonk weg in de hel. In zijn val bleef zijn staf in de grond steken. De leeuw sliep er onachtzaam op en de volgende dag was er een wijnrank met donkere roodblauwe bessen aan de stok gegroeid: de Aleatico-wijnstok.
Wijn en legende hebben zo hun rol gespeeld bij de stichting van het stadje, zie maar naar de wijnstok die staat afgebeeld op het wapenschild van Gradoli.
Deze rode wijn moet je verplicht aan het meer van Bolsena drinken want de Aleatico-druiven hebben hier het perfecte terroir gevonden om hun aromatisch potentieel tot uitdrukking te brengen en alle pogingen om het productiegebied uit te breiden zijn om de ene of andere reden mislukt.
De Aleatico is op zijn best als passito of likeurwijn als je zijn fluweelzachte smaak van rijp rood fruit combineert met oude en hartige kazen of met een chocoladedessert.
Capodimonte
Blijf nog een paar dagen ter plaatse en verken het schiereiland waar het stadje Capodimonte zich uitstrekt. Uit archeologische vondsten blijkt dat het in de oudheid onderdak bood aan Etruskische nederzettingen voordat het in de middeleeuwen een echte gemeenschap, de Castrum Capitismontis, werd. Ook hier staat een mooi 15e-eeuwse Palazzo Farnese en ook hier hebben prelaten en pausen hun sporen nagelaten.
Zo is Capodimonte verbonden met het trieste verhaal van Giulia Farnese, de zus van paus Paulus III, verliefd op de toekomstige paus Alexander VI, die hier stierf aan liefdesverdriet. Er wordt gezegd dat op koude nachten, zelfs vandaag de dag nog haar ziel bedroefd en ontroostbaar ronddoolt op het ijskoude water van het meer.
Laat je niet deprimeren door de historische suggesties en ga naar Pepe Nero. Het is een top restaurant met uitzicht op het meer en een uitstekend vismenu met kabeljauw- of coregone-ravioli en een terrine van gerookte paling.
Vóór je vertrekt uit Tuscia, het oude land van de Etrusken, verwen jezelf nog met een tour van de wijngaarden en wijnkelders rond het meer. Of neem de boot die vertrekt vanuit Capodimonte en Bolsena en je van nabij de mooie eilandjes Martana en Bisentina laat zien in dit fantastisch meer, het grootste van Europa van vulkanische oorsprong.